Cognac

HOE WORDT COGNAC GEMAAKT?

 

Cognac is een distillaat van wijn, afkomstig uit de Charente-streek in Frankrijk. Naast bodemgesteldheid en klimaat is de gebruikte distillatiemethode bepalend voor de kwaliteit van Cognac. Voor Cognac schrijft de wet de "Alambic Charentais" voor, een roodkoperen distilleerketel. Het distilleerproces dient tweemaal plaats te vinden. Alleen de middenloop van het tweede distillaat (de zgn. "coeur" = hart) komt in aanmerking voor Cognac. Dit hele proces maakt dat 10 liter wijn nodig is voor 1 liter Cognac. Het distillaat, de zgn. "Eau-de-Vie de Vin" laat men vervolgens rijpen op eiken vaten. Voor de vaten wordt enkel eiken afkomstig uit de regio's Limousin of Tronçais gebruikt. De tannine in het hout en de luchtvochtigheid van de opslagplaats spelen een belangrijke rol bij de smaakvorming van de cognac. Afhankelijk van de producent wordt de cognac tijdens het rijpen al gemengd of in andere vaten gegoten. Tijdens het rijpen vervliegt een deel van het vocht door contact met de lucht – het “engelendeel”. (La part des anges). Hier voltrekt zich het geheimzinnige proces waardoor Cognac ontstaat; de interactie met het hout en de lucht geeft de Eau-de-Vie de kleur en smaak. Na minimaal 2 jaar rijping mag de drank Cognac worden genoemd. Hoe langer de Cognac op hout rijpt, hoe meer smaakstoffen uit het hout onttrokken worden. De leeftijd is daarom de grondslag voor het wettelijke kwalificatiesysteem van Cognac. Wettelijk zijn de volgende aanduidingen vastgelegd: ***, VS (Vin Superieur) minstens 2 jaar rijping VSOP (Very Superior Old Pale) minstens 4 jaar rijping Napoleon, XO (Exceptionally Old) minstens 6 jaar rijping en alles daarboven.